Hoe werkt een automatische versnellingsbak?

Automaat met koppelomvormer

De automaat met koppelomvormer is historisch gezien het meest voorkomende type en vervangt de traditionele platenkoppeling van een handgeschakelde versnellingsbak door een hydraulische koppelomvormer, een systeem dat het motorkoppel overbrengt via een vloeistof. In de praktijk vervult hij de omvormingsfunctie al slippend, wat overigens het meerverbruik veroorzaakt. Autofabrikanten hebben echter een oplossing gevonden door een koppeling toe te voegen die, indien nodig, de omvormer onder bepaalde omstandigheden laat ‘kortsluiten', waardoor onnodige verliezen worden vermeden en dus het verbruik wordt beperkt.

Voor een zo hoog mogelijk aantal versnellingen (doorgaans zes tot tien) zonder de automaat te moeten vergroten, gebeuren de schakelovergangen met behulp van planeetwielen die met elkaar zijn verbonden door wrijvingsschijven. Hydraulisch en elektronisch gestuurd, kiest het systeem de beste verhouding in functie van diverse informatie die wordt aangereikt, zoals de stand van het gaspedaal en de selectiehendel, de belasting van de motor of de snelheid van de auto.
De selectiehendel vervangt de klassieke schakelpook en laat toe om meer werkingsmodi te kiezen (normaal, sport enzovoort), naast de achteruitversnelling en natuurlijk de parkeerstand P die de transmissie blokkeert wanneer de auto geparkeerd is. De automatische versnellingsbak is betrouwbaar en gemakkelijk in gebruik en kan zonder problemen hoge vermogens aan. Hij leidt echter tot een hoger verbruik en zijn motorrem is eerder zwak.

Gerobotiseerde versnellingsbak met enkelvoudige koppeling

In de basis gaat het om een handgeschakelde versnellingsbak met een systeem dat koppelt en ontkoppelt in plaats van de bestuurder. Deze zogenaamde ‘robotbak' bestaat meestal uit elektro-hydraulische actuatoren die respectievelijk voor de koppeling en de versnellingen zorgen. Natuurlijk speelt de elektronica haar rol. Die houdt rekening met heel wat parameters in het schakelproces.

Net als een automatische versnellingsbak heeft een gerobotiseerde versnellingsbak met enkelvoudige koppeling een automatische modus, naast een sequentiële modus om ook manueel te kunnen schakelen. Deze versnellingsbak is erg licht maar heeft als grote nadeel dat hij traag schakelt en dat dit vaak gepaard gaat met schokken. De gerobotiseerde versnellingsbak is nog altijd uitgerust met een koppeling en die moet regelmatig vervangen worden.

Gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele koppeling

De gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele koppeling werd populair dankzij de bekende DSG-modellen van de Volkswagen Group. Het is eigenlijk een combinatie van twee halve versnellingsbakken die elk over een eigen koppeling beschikken. Wanneer een versnelling wordt ingeschakeld, wordt de volgende al klaargezet. Dat maakt het mogelijk om heel snel van versnelling te veranderen (minder dan tien milliseconden).

Wanneer de ene schijf loskomt, neemt de andere meteen zijn plaats in tegen het vliegwiel. Aangezien het koppel voortdurend wordt overgebracht is geen onderbreking, wat een vloeiende indruk geeft.

Het systeem met dubbele koppeling biedt de voordelen van een automatische versnellingsbak en een gerobotiseerde versnellingsbak met enkelvoudige koppeling, zonder de nadelen. Daarom is het systeem met de dubbele koppeling een zeer succesvol bij een compacte mechaniek die dwars geplaatst is. In auto's met een grotere cilinderinhoud gaat de voorkeur naar een automaat met koppelomvormer, aangezien de stevigheid en soepelheid hier perfect bij past. Het systeem met de dubbele koppeling is duurder en ook fragieler. Het vraagt bovendien vrij veel onderhoud.

Continu variabele transmissie (CVT)

Dit is het principe dat ook gebruikt wordt in een scooter. De bak bestaat uit twee poelies verbonden door een riem of ketting. Aangezien er geen sprake is van tandwielen, biedt hij één enkele, zeer lange versnelling waarvan de overbrengingsverhouding constant verandert. Hoewel het eigenlijk geen automatische versnellingsbak is, wordt de CVT er wel vaak mee vergeleken omdat je niet van versnelling hoeft te veranderen.

Bepaalde CVT-modellen beschikken over een sequentiële modus waarmee de bestuurder ook zelf de ‘versnelling' kan kiezen met schakelpaletten of de selectiehendel. Een CVT werkt heel vloeiend en is betrouwbaar. Hij heeft daarentegen wel de neiging om de motor bij volle acceleratie hoog in de toeren te jagen en de simulatie van de versnellingen kan bij sommige CVT's erg artificieel lijken. Een CVT is dus eerder geschikt voor een ontspannen rijstijl en blijkt vooral efficiënt qua verbruik bij constante snelheden.

Bron www.gocar.be


« Terug